Drones in de bouw
Technische toepassingen
Eén van de nieuwe technologieën die in verschillende sectoren hun ingang vindt, zijn drones. De drone-technologie helpt bijvoorbeeld landbouwers om een grotere opbrengst te genereren door middel van geavanceerde gewasmonitoring. Amazon maakt gebruik van drones om haar producten sneller en goedkoper te leveren. Overheden maken in diverse landen gebruik van drones voor straatsurveillance.
Deze nieuwe technologie vindt ook zijn intrede in de bouwsector. De drones zijn o.m. geschikt voor het uitvoeren van terreinonderzoek vanuit de lucht: met de juiste camera’s en verwerkingssoftware kunnen ze gebruikt worden om belangrijke evaluaties uit te voeren (zoals het uitvoeren van metingen op de site, het berekenen van volumes, het scannen van de bouwsite in real time en het genereren van een digitaal 3D-bouwmodel). Deze onbemande vliegtuigen zijn ook geschikt om inspecties uit te voeren op moeilijk of gevaarlijk te bereiken plaatsen. Hierbij kan gedacht worden aan inspecties in vervallen gebouwen of onderzoeken van windmolens, zonnepanelen, chemische sites, schoorstenen,...). Drones kunnen ook helpen met energiebeheer: met de drone-technologie kan de verlichting op bouwterreinen gemonitord worden waardoor energieverspilling tot een minimum beperkt kan worden. Op het vlak van de bouwtransport zijn de toepassingsmogelijkheden van drones ook verregaand: drones zijn technisch in staat om (zware) materialen te tillen waardoor het vervoer van bouwmaterialen en machines gemakkelijker wordt gemaakt.
Wettelijke kader
De toepassingsmogelijkheden die drones bieden, zijn dus (ook) in de bouwsector zeer ruim. De vraag die zich stelt is of deze toepassingen op wettelijke wijze uitgevoerd kunnen worden. Hierna wordt kort het wettelijk kader inzake drones toegelicht.
De Belgische wetgever omschrijft een drone als een onbemand luchtvaartuig waarvan de maximale startmassa niet meer dan 150 kg bedraagt en dat wordt bestuurd vanaf een grondcontrolestation (Koninklijk Besluit van 10 april 2016 met betrekking tot het gebruik van op afstand bestuurde luchtvaartuigen in het Belgisch luchtruim, BS 15 april 2016). Deze wetgeving is van toepassing op drones die opstijgen van of landen op het Belgisch grondgebied of die een deel van hun vlucht uitvoeren in het Belgisch luchtruim. Het uitsluitend indoor vliegen (binnenin een gebouw) is niet onderworpen aan deze regels.
Wie in België outdoor met een drone (van maximaal 150 kg) wil vliegen, moet rekening houden met de wettelijke vereisten waaraan de bestuurder van de drone en de drone zelf moeten voldoen. Deze vereisten zijn afhankelijk van het gewicht van de drone en van de plaats waar gevlogen zal worden. Er zijn in de Belgische wetgeving drie klassen te onderscheiden: het privégebruik, klasse 2 en klasse 1.
Privégebruik (-1 kg)
Wie met een drone wil vliegen voor privégebruik, mag dit alleen doen boven privéterrein en op maximaal 10 meter boven de grond. De drone heeft een maximale startmassa van minder dan 1 kg en dient gebruikt te worden voor uitsluitend recreatieve doeleinden. De drone moet steeds binnen het zichtbereik van de piloot blijven. De gebruiker zorgt ervoor dat hij de veiligheid van andere luchtvaartuigen, personen of goederen op de grond, niet in gevaar brengt en hij zich houdt aan de regelgeving inzake privacy.
Indien
één van voormelde criteria niet vervuld is (bijvoorbeeld indien de
drone wordt gebruikt voor niet-recreatieve doeleinden), gelden
strikte regels.
Klasse 2 (-5 kg)
Een
klasse 2 vluchtuitvoering is elke luchtvaartactiviteit waarbij een
drone met een maximale opstijgmassa van minder
dan 5 kg
wordt gebruikt voor activiteiten zoals luchtfotografie, landmeetkunde
en observatie en die een laag risico inhoudt voor de
luchtvaartveiligheid, de veiligheid van personen en goederen op de
grond.
Een
persoon die met een drone van klasse 2 wenst te vliegen, dient te
beschikken over een
attest van
bestuurder. Om het attest van bestuurder van een drone te verkrijgen,
moet de kandidaat:
minstens 16 jaar zijn ;
aantonen een opleiding theorie te hebben gevolgd;
aan een examinator zijn praktische kennis aantonen.
De
klasse 2 exploitaties zijn beperkt tot zichtbereikvluchten (zonder
hulp van een waarnemer) tot een hoogte
van 45 meter
in niet-gecontroleerd luchtruim. Alle operaties zijn uitgesloten in:
luchtverkeersleidingsgebieden of een luchtruim met een bijzonder statuut (verboden gebieden, gevaarlijke gebieden, beperkte gebieden, helikoptertrainingzones, laagvliegzones) wanneer deze actief zijn;
een tijdelijk gereserveerd luchtruim of een tijdelijk afgescheiden luchtruim;
een straal van 1,5 zeemijl rond luchtvaartterreinen voor luchtvaartuigen of voor ultralichte motorluchtvaartuigen en van een 0,5 zeemijl rond een helihaven, behalve na voorafgaande toestemming van de exploitant van het luchtvaartterrein of de helihaven.
De vlucht moet uitgevoerd worden in een gebied dat in een straal van minimum 50 m vrij is van elk gebouw en van elke persoon of van een verzameling van dieren.
De
drone (en het hiermee verbonden grondcontrolestation en de bestuurs-
en controleverbindingen) dienen geregistreerd
te worden bij het Directoraat-generaal Luchtvaart van de Federale
Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer (DGLV).
Klasse 1 (-150 kg)
De
vluchten met een drone die meer
dan 5 kg
en minder dan 150 kg weegt (maximale opstijgmassa), vallen onder
klasse 1. Een klasse 1 vluchtuitvoering is elke luchtvaartactiviteit
waarbij een drone wordt gebruikt en die mogelijk een matig (1b) of
verhoogd risico (1a) inhoudt voor de luchtvaartveiligheid en/of de
veiligheid van personen en goederen op de grond omdat ze uitgevoerd
wordt in een gebied waar de veiligheid van derden op de grond bij een
noodgeval in gevaar gebracht zou kunnen worden of die, door haar
specifieke aard en de plaatselijke omgeving waar ze plaatsvindt een
ernstig risico doet ontstaan.
Een
persoon die met een drone van klasse 1 wenst te vliegen, dient te
beschikken over een bewijs
van bevoegdheid
van bestuurder. Om het bewijs van bevoegdheid als bestuurder te
verkrijgen, moet de kandidaat :
minstens 18 jaar zijn ;
een vliegervaring bewijzen met een drone onder toezicht van een vlieginstructeur, waarvan de duurtijd aan de beoordeling van de vlieginstructeur wordt overgelaten ;
geslaagd zijn voor het theorie-examen;
zijn praktische en theoretische kennis hebben aangetoond aan een examinator.
De
klasse 1 vluchtuitvoeringen met een drone zijn beperkt tot
zichtbereikvluchten tot een hoogte van 90
meter
in niet-gecontroleerd luchtruim. De gebieden waarin alle operaties
van klasse 2 zijn uitgesloten, zijn ook uitgesloten voor vluchten van
klasse 1. De minister of de directeur-generaal kan wel (met de
naleving van de technische en operationele vereisten van
drone-systeem) operaties toestaan - met inbegrip van nachtelijke
operaties - indien die worden uitgevoerd in een tijdelijk
gereserveerd luchtruim of in een tijdelijk afgescheiden luchtruim.
De
drone (en het hiermee verbonden grondcontrolestation en de bestuurs-
en controleverbindingen) dienen geregistreerd
te worden bij het DGLV. Indien het een klasse 1a vluchtuitvoering
(met een verhoogd risico) betreft, dan dient men voor de drone tevens
over een certificaat
van overeenstemming te beschikken.
De
exploitant dient verder een operationeel handboek op te stellen en
voorafgaand een risicoanalyse uit te voeren. Hij moet verder
(vooraleer de eerste vlucht uitgevoerd wordt) over een
ontvangstbevestiging van de verklaring (klasse 1b) of een toelating
van de minister of de directeur-generaal (klasse 1a) te beschikken.
Elk vlucht uitgevoerd als een klasse 1 vluchtuitvoering wordt
voorafgaand gemeld aan het DGLV.
Besluit
De Belgische wetgeving inzake drones is streng: een doorgedreven toepassing van alle technische mogelijkheden die drones in de bouw bieden, is voorlopig (nog) niet aan de orde is. De potentie van drones in de bouwsector is evenwel groot, zodat de kans reëel is dat wetgeving op termijn zal veranderen en meer en meer drones in de bouwsector ingeschakeld zullen worden.
Voor meer informatie over
dit specifiek onderwerp kan u Hilke Van Ostaeyen contacteren.